Veiligheidskenmerken

 

De keukenmachine is uitgerust met de volgende veiligheidsvoorzieningen die ontworpen zijn om de gebruiker en de processor te beschermen tegen letsel of schade:

 

  • Veiligheidsschakelaar voor de kom - De kom moet goed vastzitten om de snijder te kunnen activeren. Als de kom niet goed bevestigd is, start de snijder niet. Als de kom tijdens de werking wordt verwijderd, stopt de snijplotter. Probeer nooit de kom te verwijderen tijdens de werking.

 

  • Dekselveiligheidsschakelaar - Het deksel moet goed vastzitten om de snijplotter te kunnen activeren. Het deksel moet worden vastgezet met de twee klemmen aan weerszijden van de kom en de veiligheidshandgreep bovenaan. Als het deksel niet goed vastzit, zal de snijplotter niet starten. Als het deksel wordt verwijderd tijdens de werking, schakelt de snijplotter uit. Probeer nooit het deksel te verwijderen tijdens de werking.

 

  • Oververhittingsbeveiliging - De motor is uitgerust met een veiligheidsuitschakeling die de machine automatisch uitschakelt als de motortemperatuur de door de fabrikant aanbevolen bedrijfslimieten overschrijdt. Als dit gebeurt, moet de machine gedurende minstens 60 minuten worden uitgeschakeld om de motor te laten afkoelen. Na deze afkoelingsperiode kan de gebruiker het apparaat weer gebruiken.